Engels : Nederlands
a = per
among = onder
beat = ritme
charts = hitlijst
classics = klassiekers
edge = rand / randje
escape = ontsnappen
fashionable = modieus
half = de helft
headphones = koptelefoon
hotline = telefoonlijn
rent = huren
solve = oplossen
worth = waard
daily = dagelijks
data = informatie / gegevens
election = verkiezing
enter = meedoen aan
era = tijdperk
fit into = passen in
give in return = teruggeven
in advance = van tevoren
investigate = onderzoeken
keep up to date = op de hoogte houden / houden je op de hoogte
look ahead = vooruitkijken
prediction = voorspelling
rate = beoordelen
set alight = steken aan
take its toll = zijn tol eisen
tea = lichte warme maaltijd
the other way around = andersom
award = prijs / onderscheiding
cast your vote = stemmen
documentary = documentaire
exception = uitzondering
fame = roem / bekendheid
include = bevatten / omvatten
including = inclusief
mask = masker
nation = natie
on the line = aan de telefoon
outstanding = opmerkelijk
perform = optreden
recognise = herkennen
vote = stem
worn out = uitgeput
youngsters = jongeren
a fortune = een fortuin / veel geld
belong to = eigendom zijn van
considering = rekening houdend met
only = maar
smelly = stinkend / vies
sweat = zweet
wipe off = afvegen