Engels : Nederlands
plenty = voldoende
plane / airplane / aeroplane = vliegtuig
leave / depart = vertrekken
flight = vlucht
land = landen
look forward to = uitkijken naar
check in = inchecken / melden
queue = rij
bag = tas
liquids = vloeistoffen
separate = aparte
shoes = schoenen
describe = beschrijven
view = uitzicht
close = dichtbij
power = kracht
on foot = te voet
definitely = absoluut
island = eiland
destination = bestemming
cost / fee = prijs
include = inbegrepen zijn
bed and breakfast / B&B = klein hotel
full board = alle maaltijden inbegrepen
ship = schip / boot
cellar = kelder
room-only = logies
capital / capital city = hoofdstad
adventure = avontuur
forest = woud
opportunity = mogelijkheid
on the road = onderweg
subway = ondergrondse
way out = uitgang
passenger = passagier
change = overstappen
platform = perron
be delayed = vertraging hebben
too late / late = te laat / laat
board = aan boord gaan
luggage = bagage
valid = geldig
advise = adviseren
passport = paspoort
departure = vertrek
screen = scherm
confirm = bevestigen
stay = verblijven
thousands of years ago = duizenden jaren geleden
teach = lesgeven / leren
make sure = ervoor zorgen
during = tijdens
summer holidays = zomervakantie