Engels : Nederlands to unleash = loslaten torrential rain = stortregen to credit = lof toewuiven largely = grotendeels adaptation = bewerking resentment = boosheid betrayal = verraad primarily = voornamelijk presence = aanwezigheid salvation = redding bickering = geruzie to declare = verklaren to do something justice = iets eer aandoen loveable = sympathiek impeccable = onberispelijk struggle = strijd engaging = aantrekkelijk to omit = weglaten deviation = afwijking irresistible = onweerstaanbaar