faire des courses l’argent / le fric tard
plus tard la poche ne ... nulle part
comprendre ça doit être voler
le lendemain gagner mauvais, mauvaise / mauvais / mauvaise
accompagner arrêter la chanson
le début sauver acheter
la chose
laat het geld boodschappen doen
nergens de zak later
stelen dat moet zijn begrijpen
slecht verdienen de volgende dag
het liedje stoppen begeleiden
kopen redden het begin
het ding