Frans : Nederlands la plongée = de duik sous-marin = de onderzeeër autoriser = toestaan à bord de = aan boord van réaliser = realiseren embarquer = aan boord gaan accueillir = ontvangen cordialement = hartelijk la tâche = de taak plonger = duiken la profondeur = de diepte la moitié = de helft se distraire = zich vermaken ils doivent = zij moeten / ze moeten observer = observeren on se croyait = je waande je in jeter un coup d’oeil = een blik werpen un espace = een ruimte le cuisinier = de kok remonter = weer omhooggaan au-dessus = boven apparu = verschenen la surface = de oppervlakte se diriger = zich begeven une expérience = een ervaring