Frans : Nederlands signer = tekenen clair = duidelijk urgent = dringend fuir = vluchten envoyer = sturen apporter = brengen tout de suite = meteen agir = handelen la signature = de handtekening tout le monde = iedereen mettre en ligne = online zetten le message = de boodschap la faim = de honger souffrir = lijden la pauvreté = de armoede proposer = voorstellen la guerre = de oorlog ensemble = samen réussir = slagen le choix = de keus la décision = de beslissing le projet = het plan la proposition = het voorstel l’objectif = het doel