Frans : Nederlands le courrier = de post la Bretagne = Bretagne (Franse regio) un village = een dorp plaire à qn = iemand bevallen plonger = duiken préférer qc = iets liever doen une plage = een strand marcher sur qc = op iets trappen un crabe = een krab un aquarium = een aquarium un voyage = een reis la mer = de zee un sous-marin = een onderzeeër Amitiés. = Groetjes. l’Auvergne = de Auvergne (Franse streek) tout = alles une colo(nie de vacances) = een vakantiekamp un mono = een leider presque = bijna la terre = de aarde apprendre qc = iets leren la vie = het leven un volcan = een vulkaan une montagne = een berg embrasser qn = iemand kussen / iemand omhelzen Coucou ! = Kiekeboe! / Hallo! une ville = een stad imaginer qn / imaginer qc = zich iemand voorstellen / zich iets voorstellen au bord de la mer = aan zee nager = zwemmen le Lac Léman = het meer van Genève la vieille ville = de oude stad le Musée Olympique = het Olympisch Museum un voilier = een zeilboot