Frans : Nederlands hériter = erven / iets erven l'hectare = de hectare la vigne = de wijnstok le gamay = de gamay (soort druif) rythmer qc = een ritme geven aan iets la préfecture = de prefectuur (bestuur van een département) la grappe = de tros / de druiventros le raisin = de druif mûr = rijp mûre = rijp donner le feu vert = het groene licht geven vendanger = de wijnoogst binnenhalen à la main = met de hand expert = deskundig / bekwaam experte = deskundig / bekwaam le vendangeur = de druivenplukker le vendangeuse = de druivenplukker le label = het keurmerk l'appellation = de benaming l'Appellation d'Origine Contrôlée (AOC) = de gegarandeerde herkomstbenaming clair = helder claire = helder l'arôme = het bouquet fruité = fruitig fruitée = fruitig consommer = consumeren / drinken se conserver = houdbaar zijn / goed blijven le vin primeur = de primeur / de jonge wijn le décalage horaire = het tijdsverschil au son de = op de tonen / klanken van la fanfare = de fanfare la branche = de tak le tonneau = de ton le cru = de wijnoogst van een jaar