Frans : Nederlands
le connecteur = het verbindingswoord
le passé simple = Franse verledentijdsvorm
l'unité = de eenheid
la bande = de baan / de streep
horizontal = horizontaal
horizontale = horizontaal
vertical = verticaal
verticale = verticaal
uni = effen / eenkleurig
unie = effen / eenkleurig
bicolore = tweekleurig
tricolore = driekleurig
la diagonale = de diagonaal
la couronne = de kroon
l'Union européenne (UE) = de Europese Unie (EU)
le régime politique = het politieke regime
le niveau de vie = de levensstandaard
la monnaie = de munt / de munteenheid