se passer avoir le droit tant
le principal la permission elle a dit (dire)
la publicité la date la décoration
la guirlande le ballon la bougie
chanter faux croire le maire
la police l'occasion (f) le port
la fête foraine le grand huit fêter
un défilé fier, fière le manège
emmener
zoveel het recht hebben gebeuren
zij heeft gezegd (zeggen) de toestemming de rector (van een collège)
de versiering de datum de reclame
de kaars de ballon de slinger
de burgemeester geloven vals zingen
de haven de gelegenheid de politie
vieren de achtbaan de kermis
de draaimolen trots een optocht
meenemen