je vois / je regarde un sac il vient / il arrive
voyons louer attention
tu prends j'arrive / je viens je suis crevé / je suis très fatigué
la cafetière / la machine à café venez voir / venez regarder vous voyez / vous regardez
tomber en panne / être en panne sauvegarder / préserver l'étagère / une planche de rangement
la fumée le snack au bout de / à la fin de
au moins / au minimum ça tombe bien le palais / le château
au soleil / à la lumière déplacer / changer de place le carrefour / le croisement
l'imprimante continuer / poursuivre longer / aller le long de
hij komt / hij komt eraan een tas ik zie / ik kijk
let op / pas op huren / verhuren laat eens zien
ik ben doodop / ik ben heel moe ik kom eraan / ik kom aan / ik kom jij neemt
u ziet / u kijkt kom eens kijken het koffiezetapparaat
de boekenplank bewaren / opslaan kapotgaan
aan het eind van de snackbar / de cafetaria de rook
het paleis / het kasteel dat komt goed uit minstens
het kruispunt verplaatsen in de zon
rijden langs / lopen langs doorgaan / doorrijden de printer