Frans : Nederlands l'orientation = de oriëntatie / de beroepskeuze un concours = een vergelijkend toelatingsexamen le dessin = de tekening mener à = leiden naar recevoir = ontvangen l'annonce = de advertentie un questionnaire = een vragenlijst l'étranger = het buitenland / de buitenlander utile = nuttig se renseigner = inlichtingen inwinnen sauver = redden proposer = voorstellen reprendre = overnemen traiter = behandelen une entreprise = een bedrijf indiquer = aanwijzen plaire = aanstaan / bevallen la vente = de verkoop pleurer = huilen gagner sa vie = zijn brood verdienen remercier = bedanken