Duits : Nederlands das Talent = het talent der Wettkampf = de wedstrijd das Publikum = het publiek aufführen = opvoeren ein Theaterstück aufführen = een theaterstuk opvoeren vorspielen = voorspelen ein Musikstück vorspielen = een muziekstuk voorspelen ausstellen + A = tentoonstellen Bilder ausstellen = foto’s tentoonstellen der Pokal = de beker einen Pokal gewinnen = een beker winnen Eerster werden = eerste worden Zweiter werden = tweede worden Dritter werden = derde worden Eerster sein = eerste zijn Zweiter sein = tweede zijn Dritter sein = derde zijn die Leistung = de prestatie