Duits : Nederlands bekannt = bekend entscheiden = beslissen ausgeben = besteden Buch = het boek endlich = eindelijk Herd = het fornuis Schrank = de kast Second Hand Laden = de kringloopwinkel leihen = lenen Art und Weise = de manier maximal = maximaal Neffe = de neef Nichte = de nicht unmöglich = onmogelijk perfekt = perfect Plan = het plan Motorroller = de scooter Site = de site Staubsauger = de stofzuiger gebraucht = tweedehands über = via ausreichend = voldoende Waschmaschine = de wasmachine sehen = zien