Latijn : Nederlands civis, civis (m / v) = burger volui = perf. van volo (velle) volo (velle) = willen deprehendi = perf. van deprehendo (deprehendĕre) deprehendo = grijpen / betrappen (deprehendĕre) armatus, -a, -um = gewapend perduxi = perf. van perduco (perducĕre) perduco (perducĕre) = brengen / leiden (tot) soror, sororis (v) = zus tertius, -a, -um = derde nisi = als niet / tenzij / behalve qui, quae, quod (cuius) = die / dat (betr. vnw.)