legio, legionis (v) centurio, centurionis (m) perpetuus, -a, -um
acer, -cris, -cre (acris) extra + acc. ne...quidem
vallum contineo (continēre) veritus
spatium immitto (immittĕre) percussus
percutio (percutĕre) facultas, facultatis (v) verto (vertĕre)
averto (avertĕre) educo (educĕre) arbitror (arbitrari)
reliquus, -a, -um insto (instare) (+ dat.) deiectus
deicio (deicĕre) rursus / rursum (bijw.) circumventus circumvenio (circumvenire)
incolumis, -is, -e (incolumis) laus, laudis (v) certamen, certaminis (o)
onafgebroken / voortdurend / eeuwigdurend centurio (aanvoerder van honderd soldaten) legioen
zelfs...niet / ook...niet buiten scherp / fel / hevig
vrezend / uit vrees (bijeen)houden wal / verschansing
ppp van percutio (percutĕre) erop afsturen / laten gaan ruimte / afstand / duur / tijdvak
draaien / wenden / veranderen gelegenheid / mogelijkheid doorboren / slaan
menen naar buiten leiden / brengen afwenden
ppp van deicio (deicĕre) op de hielen zitten / achtervolgen overig(e)
br

ppp van circumvenio (circumvenire) bromsingelen

weer / opnieuw / terug / verder / bovendien 3. daarentegen neerwerpen / laten vallen / (pass.) naar beneden storten / vallen
(wed)strijd lof / roem ongedeerd
verso (versare) auxilium
hulp wentelen