ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Duits
TrabiTour
vwo 2e editie
Arbeitsbuch A, Kapitel 2, Aufgabe 15.2
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Duits
Nederlands
das Messer /
=
het mes
der Löffel /
=
de lepel
die Gabel / -n
=
de vork
die Flasche / -n
=
de fles
mögen
=
lusten
der Schinken
=
de ham
der Käse
=
de kaas
der Kuchen / / die Torte / -n
=
de taart
das Hackfl eisch
=
het gehakt
das Hühnerfi let
=
de kipfilet
der Senf
=
de mosterd
kosten
=
kosten
es gibt
=
er is, er zijn
ich möchte
=
ik zou (graag) willen
ich hätte gern(e)
=
ik zou graag hebben
bitte schön; bitte
=
alstublieft; alsjeblieft
sonst noch etwas?
=
anders nog iets?
danke schön
=
dank je wel
vielen Dank
=
dank u wel, hartelijk dank
keine Ursache / gern geschehen / bitte sehr
=
graag gedaan
teuer
=
duur
billig
=
goedkoop
günstig
=
voordelig
die Bäckerei / -en
=
de bakkerij
die Semmel / -n
=
het broodje (Zuid- Duitsl., Oostenrijk)
(der Wecken)
=
banketbakkerij met
die Konditorei / -en
=
koffiezaak
die Fleischerei / -en
=
de slagerij
die Metzgerei / -en
=
de slagerij (Zuid- Duitsl., Oostenrijk)
der Gemüseladen / -läden
=
de groentewinkel
der Gemüsehändler /
=
de groenteman
der Supermarkt / -märkte
=
de supermarkt