ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Duits
TrabiTour
vwo 2e editie
Arbeitsbuch E, Kapitel 15, Aufgabe 3.3
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Duits
Nederlands
die Ader / -n
=
de ader
der Arm / -e
=
de arm
die Bauchschmerzen (mv)
=
de buikpijn
das Bein / -e
=
het been
das Blut
=
het bloed
die Brust / ¨-e
=
de borst
der Durst
=
de dorst
die Entzündung / -en
=
de ontsteking
das Fieber
=
de koorts
der Finger /
=
de vinger
der Fuß / ¨-e
=
de voet
das Gehirn
=
de hersenen
das Gesicht
=
het gezicht
die Hand / ¨-e
=
de hand
der Hunger
=
de honger
der Knöchel
=
de enkel
der Knochen /
=
het bot
die Krankheit / -en
=
de ziekte
der Krebs
=
de kanker, de kreeft
der Kreislauf
=
de kringloop, bloedsomloop
die Luftröhre
=
de luchtpijp
die Lunge / -n
=
de long
der Magen
=
de maag
der Mund
=
de mond
der Muskel / -n
=
de spier
der Nacken
=
de nek
die Nahrung
=
de voeding
die Netzhaut
=
het netvlies
die Rippe / -n
=
de rib
der Sauerstoff
=
de zuurstof
die Schulter / -n
=
de schouder
die Verdauung
=
de spijsvertering
die Zehe / -n
=
de teen
die Zelle / -n
=
de cel
der Zucker
=
de suiker
die Zunge
=
de tong
atmen
=
ademen
bekämpfen
=
bestrijden
bluten
=
bloeden
erkältet sein
=
verkouden zijn
fl ießen
=
stromen
schlucken
=
slikken
wachsen (er wächst)
=
groeien
warnen
=
waarschuwen
Es tut weh.
=
Het doet pijn.
Gute Besserung!
=
Beterschap!
feucht
=
vochtig
krank
=
ziek
gesund
=
gezond
schlimm
=
erg, ernstig