Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • der Anfang = het begin
  • außerdem = bovendien
  • austauschen = uitwisselen
  • einfach = gemakkelijk
  • fast = bijna
  • gefallen = bevallen
  • toll = geweldig
  • der Unterricht = het onderwijs
  • wenn = wanneer
  • das Wetter = het weer
  • die Ecke = de hoek
  • die Farbe = de kleur
  • das Holz = het hout
  • mal = eens
  • leider = helaas
  • neben = naast
  • riesig = reusachtig
  • sonst = verder
  • der Stock = de verdieping
  • weich = zacht