Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • die Aussicht = het uitzicht
  • daher = daarom
  • entlang = langs
  • die Geschwindigkeit = de snelheid
  • jetzt = nu
  • riesig = enorm
  • das Seil = het touw
  • der Stock = de verdieping
  • stolz = trots
  • die Zeitung = de krant
  • das Alter = de leeftijd
  • der Ausflug = het uitstapje
  • der Eintritt = de entree
  • die Ermäßigung = de korting
  • der Flughafen = het vliegveld / de luchthaven
  • der Höhepunkt = het hoogtepunt
  • der Müll = de afval
  • der See = het meer
  • teilweise = gedeeltelijk
  • die Veranstaltung = het evenement
  • das Ausland = het buitenland
  • aufwachsen = opgroeien
  • der Gasthof = het restaurant
  • die Haltestelle = de halte
  • die Heimat = het geboorteland
  • jemals / irgendwann = ooit
  • öffnen = openen
  • schaffen = voor elkaar krijgen
  • das Verkehrsmittel = het vervoermiddel
  • verrückt = gek
  • bar zahlen = contant betalen
  • die Fahrbahn = de rijbaan
  • das Gepäck = de bagage
  • gültig = geldig
  • die Sprache = taal
  • der Stau = de file
  • die Uhr = het horloge
  • der Unfall = het ongeluk
  • die Verspätung = de vertraging