ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Duits
Malmberg
Na Klar!
Na Klar3-4v
Naklar3-4v-K5-DN
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Duits
Nederlands
die Art
=
de manier
Nerven
=
zenuwen
der Alltag
=
het leven van alledag
sich behaupten
=
zich handhaven
die Druckerschwärze
=
de drukinkt
der Fortschritt
=
de vooruitgang
die U-Bahn
=
de metro
überholen
=
inhalen
unentwegt
=
onophoudelijk
verkraften
=
verwerken
vermeintlich / angeblich
=
zogenaamd
zudem
=
bovendien
fassungslos
=
overstuur
die Maßnahme
=
de maatregel
der Nebel
=
de rook / de mist
oberhalb
=
boven
der Schutt
=
het puin
die Sicherheit
=
veiligheid
die Spende
=
de gift
sperren
=
afsluiten
das Stockwerk
=
de verdieping
überfüllt
=
overvol
überstürzt
=
overhaast
unfähig
=
niet in staat
Verwandte
=
familieleden
der Angestellte
=
de werknemer
das Ausmaß
=
de omvang
entsprechen
=
overeenkomen met
ersetzen
=
vervangen
heranwachsen
=
opgroeien
längst
=
allang
die Lautstärke
=
het volume
prägen
=
bepalen
die Schattenseite
=
de schaduwkant
das Seminar
=
het college
stattdessen
=
in plaats daarvan
sich verabreden
=
afspreken
der Alptraum
=
de nachtmerrie
das Alter
=
de leeftijd
aufwachen
=
wakker worden
der Friedhof
=
het kerkhof
genügen
=
voldoende zijn
die Langeweile
=
verveling
die Raubkopie
=
de illegale kopie
richtig
=
echt
trennen
=
scheiden
trotzdem
=
toch / desondanks
sich unterhalten
=
praten
verletzt
=
gewond
der Wald
=
het bos
ablehnen
=
afwijzen
die Beziehung
=
de relatie
der Dreck
=
de rotzooi
durchaus
=
volstrekt
die Gefälligkeit
=
de gunst
die Schauspielerin
=
de actrice
schlechthin
=
bij uitstek
schmutzig
=
vuil
der Trick
=
de truc
unbedingt
=
absoluut / beslist
verführen
=
verleiden
verschwinden
=
verdwijnen
vorgehen
=
te werk gaan
das Ziel
=
het doel
die Agentur
=
het agentschap
allenfalls
=
hoogstens
der Bahnsteig
=
het perron
die Gazette
=
de krant
geradewegs
=
rechtstreeks
das Gleichgewicht
=
het evenwicht
das Gleis
=
het spoor
das Herrchen
=
de baas
umherirren
=
dwalen
angehen
=
aanvallen
der Aufpreis
=
de toeslag
das Geschäft
=
de zaak
die Hoffnung
=
de hoop
indem
=
doordat
die Litfasssäule
=
de reclamezuil
das Regal
=
de boekenplank
der Rücken
=
de rug
der Schreibtisch
=
het bureau
stolz
=
trots
auswerten
=
evalueren
beziehungsweise
=
respectievelijk
entscheiden
=
beslissen
das Feld
=
het vlak
herkömmlich
=
traditioneel
kostspielig
=
duur
speichern
=
opslaan
die Tastatur
=
het toetsenbord
verlässlich / zuverlässig
=
betrouwbaar
wahlweise
=
naar keuze
die Ziege
=
de geit
aufspüren
=
opsporen
aufwändig
=
kostbaar
ausgesetzt sein
=
bloot staan aan
auslösen
=
veroorzaken
bereits
=
al
etwa
=
ongeveer
der Gutachter
=
de expert
hell
=
licht
das Muster
=
het patroon
sichten
=
selecteren / inventariseren