ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Duits
Malmberg
Na Klar!
Na Klar3-5v
Naklar3-5v-K2-DN ->
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Duits
Nederlands
die Annahme
=
de veronderstelling
die Aussage
=
de uitspraak / de verklaring
die Bewertung
=
het oordeel / de beoordeling
einladen
=
uitnodigen
erörtern
=
bespreken
gewiss
=
zeker
letztlich
=
uiteindelijk
nützen
=
van nut zijn
proben
=
oefenen
der Rahmen
=
het kader
schlagartig
=
opeens / ineens
scherzhaft
=
pijnlijk
der Schutz
=
de bescherming
die Verlogenheit
=
de leugenachtigheid / de doortraptheid
der Bahnfahrer
=
de treinreiziger
die Befürchtung
=
de vrees / de angst
beschwichtigen
=
kalmeren
die Erziehung
=
de opvoeding
fertig
=
klaar
gestikulieren
=
gebaren
der Kampfschrei
=
de strijdkreet
lächeln
=
glimlachen
der Rohrstock
=
het rieten stokje
sabbern
=
kwijlen
Der Schaffner
=
de conducteur
schlimm
=
erg
seltsam
=
eigenaardig / vreemd
der Sitz
=
de stoel / de zitting
das Zugabteil
=
de treincoupé
der Durchblick
=
het begrip / het inzicht
das Ganze
=
het geheel
der Gegenstand
=
het voorwerp
das Geräusch
=
het geluid
sich herausstellen
=
blijken
kämpfen
=
vechten / strijden
die Kurve
=
de bocht
das Loch
=
het gat
die Seite
=
de kant
das Spital
=
het ziekenhuis
das Staunen
=
de verbazing
angemessen
=
gepast / passend
der Angriff
=
de aanval
anzünden
=
aansteken
ausgesetzt sein
=
blootgesteld worden aan
das Bedürfnis
=
de behoefte
beeinträchtigen
=
belemmeren / afbreuk doen aan
beobachten
=
waarnemen / bekijken
bilden
=
vormen
bislang
=
tot nu toe
die Erholung
=
de ontspanning
die Erkrankung
=
het ziek worden / de ziekte
erregend
=
opzienbarend / opwindend
der Kampf
=
de strijd / het gevecht
die Kneipe
=
de kroeg / het café
stattdessen
=
in plaats daarvan
das Verbrechen
=
de misdaad
verschwinden
=
verdwijnen
aufputschen
=
oppeppen / stimuleren
ausgerechnet
=
juist / uitgerekend
dauerhaft
=
duurzaam
ebenbürtig
=
gelijkwaardig
der Einsteiger
=
beginner / de beginneling
die Erschöpfung
=
de uitputting
das Kaff
=
het plaatsje / het gehucht
sinken
=
dalen
der Stammplatz
=
de vaste plaats
der Stock
=
de verdieping
sich vergnügen
=
zich amuseren / plezier hebben
verhaften
=
arresteren
vortäuschen
=
doen alsof / voorwenden
wählerisch
=
kieskeurig
die Abhörwanze
=
het afluisterapparaat
die Behörde
=
de overheid
die Beschwerde
=
de klacht
die Bezeichnung
=
de aanduiding
das Bundesverfassungsgericht
=
het constitutioneel hof
einsperren
=
opsluiten
die Entscheidung
=
de beslissing / het besluit
die Existenz
=
het bestaan
die Finsternis
=
de duisternis
gefährden
=
in gevaar brengen
die Geschichte
=
het verhaal / de geschiedenis
die Linderung
=
de verzachting
partiell
=
gedeeltelijk
sofort
=
direct / onmiddellijk
die Verfassung
=
de grondwet / de constitutie
das Bild
=
de foto
die Klinke
=
de deurkruk
der Krieg
=
de oorlog
das Missfallen
=
de ontevredenheid / de afkeer
nachtreten
=
een trap na geven / natrappen
offenbar
=
blijkbaar / klaarblijkelijk
das Schmerzensgeld
=
het smartengeld
unterlassen
=
achterwege laten / nalaten
vereinbaren
=
afspreken
vertraglich
=
contractueel
werben
=
reclame maken
zusichern
=
garanderen
die Auswirkung
=
het effect
einzeln
=
individueel / apart / afzonderlijk
der Erfolg
=
het succes
faktisch
=
feitelijk
geeignet
=
geschikt
das Geschehen
=
het gebeuren
das Heimspiel
=
de thuiswedstrijd
die Leistung
=
de prestatie
die Unterstützung
=
de steun / de ondersteuning
zahlen
=
betalen / afrekenen