Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • ausziehen = het huis uit gaan
  • empfehlen = aanraden
  • fordern = eisen
  • die Geige = de viool
  • das Geräusch = het geluid
  • gestalten = inrichten
  • die Heimat = de geboortestreek
  • kündigen = opzeggen
  • der Nachbar = de buurman
  • nerven = werken op de zenuwen
  • scheitern = mislukken
  • schnarchen = snurken
  • schützen = beschermen
  • unbedingt = beslist
  • versprechen = beloven
  • allerdings = echter
  • also = dus
  • eher = eerder
  • erwähnen = vermelden / noemen
  • der Unterschied = het verschil
  • verhalten sich zu = verhouden zich tot
  • von je = van elke
  • während = terwijl
  • weil = omdat
  • zusätzlich = extra