Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • der Alltag = het dagelijks leven
  • bedeuten = betekenen
  • fehlen = ontbreken
  • fertig = klaar
  • der Grund = de reden
  • je ... Desto = hoe ... Hoe
  • komisch = vreemd, raar
  • die Umfrage = de enquête
  • die Zeitung = de krant
  • die Zutaten = de ingrediënten