ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Duits
Malmberg
Taalblokken Duits
B2 Lesen Online
B2 Lesen Lektion 4
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Duits
Nederlands
die Praktikumsbörse
=
de stagebeurs
Praktika vermitteln
=
stages regelen
der Praktikumsplatz
=
de stageplek, de stageplaats
die Praktikumsvergütung
=
de stagevergoeding
das Anmeldeformular
=
het inschrijfformulier
die Bestätigung der Versicherung
=
het verzekeringsbewijs
die Motivation
=
de motivatie, de motivatiebrief
der Personalausweis
=
de identiteitskaart, de id-kaart
das Berufsfeld
=
het beroepsveld, het vakgebied, het professionele gebied
spezifisch
=
specifiek
der Fachbereich, das Fachgebiet
=
het vakgebied
der Pluspunkt, der positive Punkt
=
het pluspunt, het positieve punt
je länger desto mehr
=
hoe langer hoe meer
das laufende Projekt
=
het lopende Projekt
beitragen, einen Beitrag leisten
=
bijdragen, een bijdrage leveren
dank
=
dankzij
die Aufenthaltsgenehmigung, die Aufenthaltserlaubnis
=
de verblijfsvergunning
beibehalten, behalten
=
houden, behouden, aanhouden
das Referenzschreiben, die Referenz
=
de referentie, de aanbevelingsbrief
zukünftig
=
toekomstig
einen Text abfassen, einen Text verfassen
=
een tekst opstellen
sowohl als auch
=
zowel alsook
Kenntnisse und Fähigkeiten
=
kennis en bekwaamheden
das vorgegebene Format
=
het vastgestelde formaat, het vastgestelde format
der Aufenthalt
=
het verblijf, het oponthoud
nach Eingang Ihrer Unterlagen
=
na ontvangst van uw stukken
sich melden, Kontakt aufnehmen
=
contact opnemen, zich melden, iets laten horen
der bevorzugte Termin
=
hier: de voorkeursdatum
die Abstimmung
=
de afstemming, het afstemmen, de stemming
Üblich
=
gebruikelijk
der Einblick in Tätigkeiten
=
een inkijk in de werkzaamheden
im Programm aufführen
=
in het programma vermelden, in het programma noemen
angemessen gekleidet, passend gekleidet
=
gepast gekleed, passend gekleed
in der Regel
=
in de regel
auf Anfrage
=
op aanvraag
gewünscht
=
gewenst
die Bescheinigung, die Bestätigung
=
het bewijs, de bevestiging
etwas kurzfristig tun
=
iets op het laatste ogenblik doen, iets op het laatste moment doen
sich wenden an
=
zich wenden tot
eine Fremdsprache beherrschen
=
een vreemde taal beheersen
gegen Kost und Logis
=
tegen kost en inwoning
einbeziehen
=
betrekken
einsetzen
=
inzetten
schick
=
chique
die Verurteilung
=
de veroordeling
die Beurteilung
=
de beoordeling
die Übertragung
=
de transmissie, de overdracht
die Übertragung erfolgt
=
de transmissie vindt plaats, de overdracht vindt plaats
die Grundlage, die Basis
=
de basis
die Grundlage schaffen, die Basis schaffen
=
de basis scheppen
der Austausch
=
de uitwisseling
austauschen
=
uitwisselen
beschleunigen
=
versnellen
die Anwendung
=
de aanwending, de toepassing
der Zugriff
=
hier: de toegang
sich erhöhen, höher werden
=
hoger worden
die Übermittlung
=
hier: de verzending
übermitteln
=
hier: verzenden
die Entfernung
=
de afstand
sich unterscheiden
=
verschillen, zich onderscheiden
derzeit, gegenwärtig
=
tegenwoordig
zeitversetzt
=
uitgesteld
gewissermaßen, in gewissem Sinn, in gewissem Sinne
=
in zekere zin, als het ware
durchgehend, durchgängig
=
doorgaans
entschlüsseln, dekodieren, decodieren
=
ontcijferen, decoderen
veranschaulichen
=
illustreren
rauschen
=
ruisen
sich verständigen
=
zich verstaanbaar maken, het eens worden
beanspruchen
=
in beslag nemen, aanspraak maken op, gebruikmaken van
die Anordnung
=
de ordening, de rangschikking
zuordnen, einteilen, einordnen
=
indelen
feststehen
=
vaststaan
besiedelt, bewohnt
=
bevolkt, bewoond
zuweisen
=
toewijzen, toebedelen
einen Frequenzbereich belegen, einen Frequenzbereich besetzen
=
een frequentiegebied bezetten
einen Bereich abdecken
=
een gebied afdekken
die Wirkungsweise
=
de wijze waarop iets werkt, de manier waarop iets werkt
die Funkzelle
=
de radiocel
ausgelastet zijn
=
ten volle belast zijn, op de volle capaciteit draaien, op volle capaciteit draaien