ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Duits
Malmberg
Taalblokken Duits
B1 Hören Online
B1 Hören Lektion 3
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Duits
Nederlands
darf
=
mag
den Schildern folgen
=
de borden volgen
sich erkundigen
=
informeren naar
die Probefahrt
=
de proefvaart
zufrieden sein
=
tevreden zijn
verhandeln
=
onderhandelen
die Umgebung
=
de omgeving
der günstige Wind
=
de voordelige wind
gespannt
=
nieuwsgierig
es weht
=
het waait
eine Brise
=
een bries
in gutem Zustand
=
in goede staat
etwas Solides
=
iets degelijks
steuern
=
sturen
die Einrichtung
=
de inrichting
der Geschmack
=
de smaak
der Angebotspreis
=
de vraagprijs
der Eigentümer
=
de eigenaar
den Termin wahrnehmen
=
bij de vergadering aanwezig zijn
verantwortlich sein
=
aansprakelijk
die Tagesordnung
=
de agenda
die Veröffentlichung
=
de publicatie
die Printmedien
=
de gedrukte media (kranten en tijdschriften)
die Begründung
=
het argument
das Nachrichtenmagazin
=
het tijdschrift met actueel nieuws
die Anzeige
=
de advertentie
einverstanden sein
=
accoord gaan
die Finanzierung
=
de financiering
sich einig sein über
=
met elkaar eens zijn over
die Entwicklungshilfe
=
de ontwikkelingshulp
die Verantwortung übernehmen
=
voor zijn verantwoording nemen
protokollieren
=
notuleren
einer Versammlung vorsitzen
=
een vergadering voorzitten
im Groben
=
in grote lijnen
der Aufgabenbereich
=
datgene waarvoor iemand verantwoordelijk is
das Firmengebäude
=
het bedrijfsgebouw
die Ein- und Verkaufsabteilung
=
de inkoop- en verkoopafdeling
nebenan
=
hiernaast
1957 wurde das Unternehmen gegründet.
=
In 1957 werd het bedrijf opgericht.
weltweit exportieren
=
wereldwijd exporteren
eine Niederlassung
=
een filiaal
das Lager
=
het magazijn
nicht nur, … sondern auch
=
niet alleen … maar ook
entweder … oder
=
of … of
unerschöpflich
=
onuitputtelijk
genügend
=
voldoende
gepflegt
=
keurig
die Fördertechnik
=
de transporttechniek
die Eile
=
de haast
die Unternehmensziele
=
de zakelijke doelstellingen
insbesondere
=
vooral
fortsetzen
=
voortgaan
computergesteuert
=
computergestuurd
die Wettbewerbsposition
=
de concurrentiepositie
stärken
=
versterken
ausbauen
=
uitbouwen
ein zuverlässiger Partner
=
een betrouwbare partner
die Buchhaltung
=
de boekhouding
beschäftigen
=
hier: Arbeit geben
bedeutend
=
belangrijk
die Wartung
=
het onderhoud
die Sonderwünsche
=
speciale wensen
die Hauptgeschäftsstelle
=
het hoofdkantoor
Damit bin ich einverstanden.
=
Daarmee ben ik het eens.
Dann sind wir uns einig.
=
Dan zijn we het met elkaar eens.
Es wäre einfacher.
=
Het zou eenvoudiger zijn.
Da haben Sie Recht.
=
U hebt gelijk.
Da haben Sie Unrecht.
=
U hebt ongelijk.
Wir könnten auch anders vorgehen.
=
We zouden het ook anders kunnen aanpakken.
Damit machen wir die Sache unnötig kompliziert.
=
Daarmee maken we de zaak onnodig gecompliceerd.
Meiner Meinung nach.
=
Volgens mij.
Das wäre sehr aufwendig.
=
Dat zou zeer tijdrovend zijn.
Daran hatte ich noch nicht gedacht.
=
Daaraan had ik nog niet gedacht.
enttäuschen
=
telleurstellen
der Vertreter
=
de vervanger
andererseits
=
aan de andere kant
Bescheid sagen
=
op de hoogte brengen
die Verwaltung
=
de administratie