Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • Entschuldigen Sie bitte, das ist unser Fehler. = Onze excuses, dat is onze fout.
  • Wir werden die fehlende Ware umgehend nachliefern. = Wij zullen de ontbrekende goederen meteen naleveren.
  • Natürlich tauschen wir die defekte Ware um. = Natuurlijk ruilen wij de defecte artikelen om.
  • Wenn Sie die defekten Geräte zurückschicken, erhalten Sie so schnell wie möglich neue. = Als u de defecte apparaten terugstuurt krijgt u zo spoedig mogelijk nieuwe.
  • Wir schicken einen Techniker vorbei, der die Maschine repariert. = Wij sturen een monteur bij u langs die de machine gaat repareren.
  • Als Entschädigung für die Lieferverzögerung kann ich Ihnen 10% Rabatt anbieten. = Als tegemoetkoming voor de leververtraging kan ik u 10% korting aanbieden.
  • Es tut mir Leid, aber die Garantie ist bereits abgelaufen. = Het spijt me, maar de garantie is reeds afgelopen.
  • Wir schicken Ihnen eine Ersatzlieferung. = Wij sturen u een vervangende levering.
  • die Batterie = de batterij
  • der Scheinwerfer = de koplamp
  • die Steckdose = het stopcontact
  • das Gerät = het toestel
  • die Entschädigung = het schadevergoeding
  • verwenden = gebruiken
  • das Saugsystem = het afzuigsysteem
  • der Grund = de reden
  • der Eindruck = de indruk
  • der Geruch = der geur
  • unzureichend = ontoereikend
  • das Reinigungsmittel = het schoonmaakmiddel
  • die Preisliste = de prijslijst
  • ausprobieren = uitproberen
  • zuschicken = toesturen
  • Das trifft sich gut. = Dat komt goed uit.
  • herstellen = vervaardigen
  • die Zufriedenheit = de tevredenehid
  • unangenehm = vervelend
  • vertreiben = distribueren
  • die Spritze = de spuit
  • die Zange = de tang
  • das Desinfektionsmittel = het desinfectiemiddel
  • der Besitzer = de eigenaar
  • deshalb = derhalve
  • erkundigen = informeren naar
  • wegen = wegens
  • verlängern = verlengen
  • allerdings = trouwens
  • hierüber = hierover
  • seitdem = sindsdien
  • durchaus = best
  • der Betrag = het bedrag
  • das Verhalten = het gedrag
  • ernsthaft = serieus
  • auseinandersetzen = uiteenzetten
  • Ich denke, dass... = Ik denk dat…
  • Mein Vorschlag ist… = Min voorstel is…
  • Ich denke, es wäre besser wenn... = Ik denk het zou beter zijn als…
  • Was halten Sie davon? = Wat vindt u ervan?
  • das Einzelzimmer = de eenpersoonskamer
  • meiner Vorstellung entsprechen = aan mijn verwachtingen voldoen
  • in Bezug auf = met betrekking tot
  • der Innenhof = de binnenhof
  • der Ausblick = het uitzicht
  • ein versteckter Mangel = een verborgen gebrek
  • tief in der Nacht = diep in de nacht
  • übermitteln = doorgeven