ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Duits
Malmberg
Taalblokken Duits
B2 Gespräche führen Online
B2 Gespräche führen Lektion 6
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Duits
Nederlands
Ich lasse Sie es wissen.
=
Ik laat u het weten.
Ich habe jetzt keine Zeit.
=
Ik heb nu geen tijd.
Der Anruf kommt mir sehr gelegen.
=
Het telefoontje komt me heel goed uit.
Darf ich Sie in einer Stunde zurückrufen?
=
Mag ik u over een uur terugbellen?
eine Beschwerde untersuchen
=
een klacht onderzoeken
abbrechen
=
verbreken
es satt sein
=
het moe zijn
die Strategie
=
de strategie
sowohl,….als auch
=
zowel ,… als ook
ein vorteilhaftes Geschäft
=
een voordelige zaak
gelingen
=
lukken
in Zukunft
=
in de toekomst
zugeben
=
toegeven
den Eindruck erwecken
=
de indruk wekken
die Art und Weise
=
de manier
die Spannung
=
de spanning
der Konflikt
=
het conflict
auf derselben Seite stehen
=
aan dezelfde kant staan
klären
=
oplossen
Lösung anbieten
=
oplossing aanbieden
verhältnismäßig
=
naar verhouding
überprüfen
=
veriviëren
besänftigen
=
sussen
taktvoll
=
tactvol
die Geschäftsbeziehung
=
de zakenrelatie
Soweit darf ich nicht gehen.
=
Zo ver mag ik niet gaan.
Leider ist das unmöglich.
=
Helaas is dat onmogelijk.
Ich fürchte, dass ich Sie enttäuschen muss.
=
Ik ben bang dat ik u moet teleurstellen.
Ich komme Ihnen gerne entgegen, aber ...
=
Ik kom u graag tegen, maar…
Das ist nicht meine erste Wahl.
=
Dat is niet mijn eerste keuze.
Es ist kaum möglich
=
Het is amper mogelijk
gewiss
=
zeker
Ich bin davon überzeugt
=
Ik ben ervan overtuigd
Das ist kaum zu glauben
=
Dat is amper te geloven
Meiner Meinung nach
=
Naar mijn opinie
schildern
=
vertellen
deutschsprachigen
=
duitstalig
die Tatsache
=
het feit
die Meinung
=
de mening
die Interpretation
=
de interpretatie
die Diskussion
=
de discussie
das Mitglied
=
het lid
die Sorgfalt
=
de zorgvuldigheid
das Argument
=
het argument