Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • der Zufall = de toeval
  • zufällig = toevallig
  • technisches Zeug = technische spul
  • das Navigatiesystem = het navigatiesysteem
  • die Funktionsweise = de werkwijze
  • aus den Augen verlieren = uit het oog verliezen
  • jedenfalls = althans
  • Ich komme auch ohne das Ding zurecht. = Ik red het ook goed zonder dat ding.
  • damals = toentertijd
  • anfreunden = bevriend raken
  • bloβ = slechts
  • Und wie das alles heißt. = En hoe dat allemaal heet.
  • unverbesserlich = onverbeterlijk
  • altmodisch = ouderwets
  • das Neubaugebiet = de nieuwgebouwde wijk
  • renovieren = renoveren
  • der Bauernhof = de boerderij
  • kreisen = circelen
  • die Erde = de aarde
  • erfassen = vatten
  • der Satellit = de satelliet
  • die Strecke = het traject
  • die Landkarte = de landkaart
  • projizieren = projecteren
  • der Autofahrer = de autobestuurder
  • die Umleitung = de omleiding
  • sozusagen = zogezegd
  • der aktuelle Stand = de actuele stand
  • der Tunnel = de tunnel
  • lenken = besturen
  • errechnen = berekenen
  • sich einigen = eens worden