ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Duits
Malmberg
Taalblokken Duits
B2 Gespräche führen Online
B2 Gespräche führen Lektion 12
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Duits
Nederlands
die Verspätung
=
de vertraging
einen Anruf bekommen
=
een telefoontje kregen
hocharbeiten
=
opwerken
früher Schluss machen
=
eerder ophouden
um sie kümmern
=
voor haar zorgen
Wir brauchen Sie hier.
=
We hebben u hier nodig.
Jeder weiβ doch, wie schwierig das ist.
=
Iedereen weet toch hoe moeilijk het is.
Ich bin dafür verantwortlich.
=
Ik ben ervoor verantwoordelijk.
Am Nachmittags kann ich Sie gar nicht entbehren.
=
In de middag kan ik u helemaal niet missen.
Wie können wir das Problem lösen?
=
Hoe kunnen we het probleem oplossen.
Das hättest du nicht tun sollen.
=
Dat had je niet moeten doen.
Das wäre besser gewesen.
=
Dat was beter geweest.
Ich glaube nicht, dass das stimmt.
=
Ik denk niet dat dat klopt.
Das bringt doch nichts.
=
Dat levert toch niets op.
Das hat viele Vorteile.
=
Dat heeft veel voordelen.
Ich sehe keine Vorteile dabei.
=
Ik zie hier geen voordelen.
Das halte ich für einen großen Nachteil.
=
Dat vind ik een groot nadeel.
Das ist eine gute Idee!
=
Dat is een goed idee!
Das ist doch eine Schnapsidee!
=
Dat is toch een raar voorstel!
So etwas kann man doch nicht machen!
=
Zoiets kun je toch niet doen!
Das Gute / Schlechte / Interessante daran ist ...
=
Het goede / slechte / interessante eraan is ...
ansrengend
=
vermoeiend
Das kann ich mir vorstellen.
=
Dat kan ik me voorstellen.
demnächst endet der Mutterschutz
=
binnenkort eindigt de moederschapszorg
Im Grunde schon.
=
In wezen wel.
es sich nicht leisten können
=
het zich niet kunnen veroorloven
die Krippe
=
de crèche
die Intervention
=
de interventie
jetzt noch nicht
=
nu nog niet
Wie stellen Sie sich das denn vor?
=
Hoe stellt u zich dat voor?
Es soll natürlich nicht auf Dauer sein.
=
Het zal zeker niet van lange duur zijn.
Ich dachte an einen halben Tag unbezahlten Urlaub.
=
Ik dacht aan een halve dag onbetaald verlof.
Wir könnten bis zum nächsten Tag nicht arbeiten.
=
We zouden niet kunnen werken tot de volgende dag.
Ich wäre telefonisch erreichbar.
=
Ik zou telefonisch bereikbaar zijn.
der Babysitter
=
de oppas
der Vertrag
=
het contract
das Problem beheben
=
het probleem uit de weg ruimen
die Kinderbetreuung
=
de kinderopvang
lobenswert
=
lofwaardig
Ihrer Frau eine Karriere ermöglichen.
=
Uw vrouw carrière mogelijk maken
wirtschaftlichen Nachteile erleiden
=
economische nadelen ondergaan
Es ist das A und O!
=
Het is heel belangrijk.
Geben Sie mir doch die Chance.
=
Geeft u mij toch een kans.
beweisen
=
bweijzen
die wichtigste Geschäftszeit
=
de belangrijkste kantooruren
Nichts spricht dagegen.
=
Niets is er tegen te zeggen.
Sie bleiben hartnäckig.
=
U blijft hardnekkig.
ein viertel Stündchen
=
een kwartiertje
Entspricht das ihren Erwartungen?
=
Voldoet het aan uw verwachtingen?
genießen
=
genieten
entlasten
=
ontlasten
der Eindruck
=
de indruk
verständnisvoll
=
begripvol
dringende Angelegenheiten
=
dringende zaken
vorletzte Woche
=
voorlaatste week
am Fiasko vorbeischrammen
=
een fiasco omzeilen
Das war ein Fehler von mir.
=
Dat was mijn fout.
Das soll nicht mehr vorkommen.
=
Dat moet niet meer gebeuren.
skeptischen einem Vorschlag gegenüber sein
=
sceptisch over een voorstel zijn
telefonische Hilfestellung
=
telefonische hulp
Diese Lage erfordert Ihre Anwesenheit.
=
Deze situatie eist uw aanwezigheid.
die Zugehfrau
=
de poetsvrouw
künftig
=
voortaan
anvertrauen
=
toevertrouwen
erwischen
=
te pakken krijgen
vorübergehend
=
tijdelijk
vorläufig
=
voorloopig
der Ersatz
=
de vervanging
Das wird nicht nötig sein.
=
Dat zal niet nodig zijn.