Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • die Katze = de kat
  • bekommen = gekregen
  • erzähl mal = vertel eens
  • ein weißes Fell = een witte vacht
  • mit schwarzen Flecken = met zwarte vlekken
  • süß = lief / schattig
  • zum Tierarzt = naar de dierarts
  • Was ist denn los? = Wat is er aan de hand?
  • laufen = lopen
  • die Zeitschrift = het tijdschrift
  • dein Haustier = je huisdier
  • das Zwergkaninchen = het dwergkonijn
  • am liebsten = het liefst
  • die Gurke = de komkommer
  • der Salat = de sla
  • Süßigkeiten = snoep
  • abends = 's avonds
  • aufpassen = opletten
  • die Macke = de eigenaardigheid
  • er liebt es = hij vindt het leuk