Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • das Herz = het hart
  • das Wochenende = het weekeinde
  • die Fete = het feest
  • die Disko = de disco
  • in die Disko gehen = naar de disco gaan
  • Fußball spielen = voetballen
  • das Spiel = de wedstrijd
  • die Meisterschaft = het kampioenschap
  • der Schluss = het einde
  • der Ball = de bal
  • das Tor = het doel / het doelpunt
  • krank = ziek
  • das Schlimmste = het ergste
  • das Bett = het bed
  • das Flugzeug = het vliegtuig
  • der Unfall = het ongeluk
  • verletzt = gewond
  • die Verletzte = de gewonden
  • seitdem = sindsdien
  • fahren = rijden / reizen
  • die Geschwindigkeit = de snelheid