Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • das Schaf = het schaap
  • der Schäferhund = de herdershond
  • die Hand = de hand
  • der Schüler = de scholier
  • dumm = dom
  • am Sonntag = op zondag
  • es fängt an = het begint
  • die Verabredung = de afspraak
  • am Abend = in de avond
  • einverstanden = mee eens
  • Bis Sonntag! = Tot zondag!
  • fertig = klaar / gereed
  • die Seite = de bladzijde
  • der Spind = het kluisje / het kastje
  • der Rucksack = de rugzak
  • Ganz toll! = Heel leuk!
  • endlich = eindelijk
  • die Lust = de zin
  • besuchen = bezoeken
  • vorschlagen = voorstellen
  • gucken = kijken
  • anrufen = opbellen
  • schicken = sturen
  • die SMS = het sms'je
  • sich treffen = elkaar ontmoeten
  • entscheiden = beslissen
  • sich freuen auf = zich verheugen op