Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • der Bahnhof = het station
  • immer geradeaus = steeds maar rechtdoor
  • die Ampel = het verkeerslicht
  • weit = ver
  • der Bäcker = de bakker
  • die Bibliothek = de bibliotheek
  • überqueren = oversteken
  • sich merken = onthouden
  • die Kreuzung = het kruispunt / de kruising
  • der Zebrastreifen = het zebrapad
  • der Kreisverkehr = de rotonde
  • auf der linken Seite = aan de linkerkant
  • ungefähr = ongeveer
  • zu Fuß = te voet / lopend
  • Gern geschehen. = Graag gedaan.
  • der Stadtplan = de stadsplattegrond / de plattegrond
  • das Krankenhaus = het ziekenhuis
  • das Postamt = het postkantoor