Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • der Urlaub = de vakantie
  • England = Engeland
  • Frankreich = Frankrijk
  • schütten = stortregenen / gieten / stortregenen, gieten
  • faulenzen = luieren
  • der Strand = het strand
  • die Wanderung = de wandeltocht
  • die Wanderungen = de wandeltochten
  • fabelhaft = geweldig
  • das Fahrrad = de fiets