ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Duits
De Uitgeversgroep
Duits op A2-niveau (ook H, T en R)
A2 - 1e editie
Hoofdstuk 7.0 - Restaurant und bar
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Duits
Nederlands
die Kartoffeln
=
de aardappels
die Erdbeeren
=
de aardbeien
die Aprikosenmarmelade
=
de abrikozenjam
die Ananas
=
de ananas
die Bar
=
de bar
die Blasen
=
de bellen
die Zahlung
=
de betaling
die Dose
=
het blik
die Blaubeeren
=
bosbessen, de (blauwe)
oben drauf
=
bovenop
der Kapuziner
=
de cappuccino
die Zitrone
=
de citroen
bar
=
contant
der Teig
=
het deeg
der Deckel
=
het deksel
der Nachtisch
=
het dessert
drehen
=
draaien
ein bisschen
=
een beetje
leicht
=
eenvoudig
dazu geben
=
erbij doen
reingießen
=
erin gieten
drauf
=
erop
die Erbsen
=
de erwten
wunderbar
=
fantastisch
die Flasche
=
de fles
die Himbeeren
=
de frambozen
die Garnitur
=
de garnituur
die Gastronomie
=
de gastronomie
gebräunt
=
gebruind
gleichmäßig
=
gelijkmatig
die Geschichte
=
de geschiedenis
ein Glas
=
glas, een
goldgelb
=
goudgeel
die Eiswürfel
=
de ijsblokjes
der Eistee
=
de ijsthee
die Zutaten
=
de ingrediënten
die Buttermilch
=
de karnemelk
der Kühlschrank
=
de koelkast
das Kochbuch
=
het kookboek
die Herdplatte
=
de kookplaat
kalt
=
koud
kräftig
=
krachtig, stevig
lecker
=
lekker
die Limette
=
de limoen
der Mixbecher
=
de mengbeker
die Minze
=
de munt
die Stufe
=
het niveau
ein paar
=
paar, een (enkele)
die Pommes (frites)
=
de patat
spritzig
=
pittig
der Pulver
=
het poeder
das Rezept
=
het recept
cremig
=
romig
rauchfrei
=
rookvrij
die Rahmsoße
=
de roomsaus
der Saft
=
het sap
schütteln
=
schudden
eine Sensation
=
sensatie, een
die Orange
=
de sinaasappel
die Sahne
=
de slagroom
naschen
=
snaaien, snoepen
die Prise
=
het snufje
der Pfannenwender
=
de spatel
die Spezialität
=
de specialiteit
das Regal
=
de stellingkast
der Zucker
=
de suiker
ausgezeichnet
=
uitstekend
der Erfinder
=
de uitvinder
aufheizen
=
verhitten
frisch
=
vers
verarbeiten
=
verwerken
die Früchte
=
de vruchten
der Fruchtsirup
=
de vruchtensiroop
der Weißwein
=
de witte wijn
der Beutel / die Tüte
=
de zak
der Lachs
=
de zalm
ohne
=
zonder
das Salz
=
het zout