ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Duits
De Uitgeversgroep
Duits op A2-niveau (ook H, T en R)
A2 - 1e editie
Hoofdstuk 8.0 - Duitse bedrijfscultuur
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Duits
Nederlands
Anredeform, die
=
aanspreekvorm
Berater, der
=
adviseur
Beraterin, die
=
adviseuse
Termin, der
=
afspraak
Entfernung, die
=
afstand
Unternehmenskultur, die
=
bedrijfscultuur
wichtig
=
belangrijk
höflich
=
beleefd
Entscheidungen, die
=
beslissingen
Entscheidungsbefugnis, die
=
beslissingsbevoegdheid
Arbeitsumfang, der
=
betrekkingsomvang
Familienstand, der
=
Burgerlijke Stand
GmbH
=
BV
Vorgesetzte , der
=
chef
Vertrag, der
=
contract
Lebenslauf, der
=
CV
endgültig
=
definitief
Zeugnisse, die
=
diploma´s
klar
=
duidelijk
Begeisterung, die
=
enthousiasme
freiberuflich
=
freelance
üblich sein
=
gebruikelijk zijn
gründlich
=
grondig
Geschäftsbeziehung, die
=
handelsbetrekking
hochwertig
=
hoogwaardig
auf Deutsch
=
in het Duits
duzen
=
tutoyeren
Deutschkenntnisse, die
=
kennis van de Duitse taal
plaudern
=
kletsen
Chefsache, die
=
kwestie, vraag voor de chef
Führungskompetenzen, die
=
leiderschapskwaliteiten
toll
=
leuk
locker
=
losjes
klappen
=
lukken
Marktforschung, die
=
marktonderzoek
respektvoll
=
met respect
Missverständnisse, die
=
misverstanden
A.G.
=
N.V.
Umgang, der
=
omgang
unterschätzen
=
onderschatten
unterzeichnen
=
ondertekenen
im Büro
=
op kantoor
Ausbildungen, die
=
opleidingen
ordentlich
=
ordelijk
abstimmen
=
overeenkomen/afstemmen
PDF-Datei, die
=
pdf-bestand
über Post
=
per post
privat
=
privé
anstoßen
=
proosten/toosten
rechnen mit
=
rekenen met
zusammenarbeiten
=
samenwerken
schriftliche Bewerbung, die
=
schriftelijke sollicitatie
Stimmung, die
=
sfeer
Bewerber, der
=
sollicitant
Bewerbungsschreiben, das
=
sollicitatiebrief
Bewerbungsmappe, die
=
sollicitatiemap
Praktikum, das / Praktika, die
=
stage/bpv/stages
erfolgreich
=
succesvol
Sprachkurse, die
=
taalcursussen
siezen
=
U zeggen / vouvoyeren
ausführlich
=
uitgebreid
einladen
=
uitnodigen
hervorragend
=
uitstekend
ausschalten
=
uitzetten
Fachkenntnisse, die
=
vakkennis
Fachmann, der
=
vakman
Fachfrau, die
=
vakvrouw
Verhandlungen, die
=
vergaderingen
vollgeplant
=
volgepland
vorbereiten
=
voorbereiden
Vorbereitungsphase, die
=
voorbereidingstijd
Vorkenntnisse, die
=
voorkennis
Bedingungen, die
=
voorwaarden/eisen
Feierabend, der
=
vrije tijd
arbeitslos
=
werkloos
Arbeitgeber, der
=
werkgever
Arbeitszeit, die
=
werktijd
Arbeitsweise, die
=
werkwijze
Wechseltag, der
=
wisseldag
geschäftlich
=
zakelijk
Geschäftsleute, die
=
zakenlui
selbständig
=
zelfstandig