ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Duits
Scholar VOF
Deutsch A1, bitte!
A1 - Deel A1
Hoofdstuk 4 - die Stadt, Aufgabe 4.10 D-N ->
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Duits
Nederlands
abbiegen
=
afslaan
der Anlieger
=
de omwonende
die Ausfahrt
=
de afrit (autosnelweg)
die Aussicht
=
het uitzicht
die Ausstellung
=
de tentoonstelling
benutzen
=
gebruiken
DZ (Doppelzimmer)
=
2-persoonskamer
der Ehegatte
=
de echtgenoot
die Ehegattin
=
de echtgenote
die Einbahnstraße
=
het eenrichtingsverkeer
die Einfahrt
=
de oprit (autosnelweg, huis)
das Erdgeschoss
=
de begane grond
exkl. (exklusive)
=
excl. (exclusief)
EZ (Einzelzimmer)
=
1-persoonskamer
der Familienstand (z.B. ledig)
=
de burgerlijke staat (b.v. ongehuwd)
der Frühling
=
de lente
gebührenpflichtig
=
tegen betaling
geeignet
=
geschikt
gehören
=
behoren
inkl. (inklusive)
=
incl. (inclusief)
der Konferenzraum
=
de vergaderzaal
Das Meer
=
de zee
p.P. (pro Person)
=
p.p. (per persoon)
der Rabatt
=
de (groeps-)korting
das Schild
=
het bord (op straat)
der See
=
het meer
die Sehenswürdigkeit
=
de bezienswaardigheid
der Termin
=
de afspraak, de datum
die Tiefgarage
=
de ondergrondse garage
ÜF (Übernachtung und Frühstück)
=
overnachting en ontbijt
das Untergeschoss
=
het souterrain, de kelderverdieping
die Veranstaltung
=
het evenement
die Zahlungsart
=
de wijze van betaling
Zutreffendes
=
wat van toepassing is