Team Deutsch - Deel 2

Woordenlijsten Team Deutsch deel 2

Hier vind je de woordenlijsten van Team Deutsch van Intertaal.

Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • der Käse = de kaas
  • der Jogurt = de yoghurt
  • die Salami = de salami
  • die Wurst = de worst
  • der Schinken = de ham
  • das Nutella = de nutella
  • die Marmelade = de jam
  • der Honig = de honing
  • der Tee = de thee
  • das Brot = het brood
  • das Brötchen = het broodje
  • das Müsli = de muesli
  • die Tomate = de tomaat
  • das Glas = het glas
  • das Obst = het fruit
  • die Schale = de schaal
  • die Flüssigkeit = de vloeistof
  • frisch = vers
  • der Obstsaft = het vruchtensap
  • die Energie = de energie
  • der Hunger = de honger
  • der Snack = de snack
  • sich konzentrieren = zich concentreren
  • hektisch = hectisch
  • das Gemüse = de groente
  • mehr = meer
  • satt = verzadigd
  • sich satt essen = zijn buikje rond eten
  • optimal = optimaal
  • die Birne = de peer
  • die Gurke = de komkommer
  • die Möhre = de wortel
  • der Salat = de sla
  • der Obstsalat = de vruchtensalade
  • sollen = moeten
  • Du sollst dich gesund ernähren. = Jij moet gezond eten.