Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • Aufmerksamkeit = de aandacht
  • Polizist = de agent
  • Alarm = het alarm
  • Alarmzentral = de alarmcentrale
  • Notrufnummer = het alarmnummer
  • allgemein = algemeen
  • Kriminalität = de criminaliteit
  • schließen = dichtdoen
  • Diebstahl = de diefstal
  • werfen = gooien
  • Einbrecher = de inbreker
  • jüngere = de jongere
  • stören (gestört sein von) = de last
  • Auge = het oog
  • Ohr = het oor
  • Belästigung = de overlast
  • Polizei = de politie
  • Polizeiwache = het politiebureau
  • Stein = de steen
  • gleichzeitig = tegelijk
  • weggehen = weggaan
  • Revierpolizist = de wijkagent
  • Wohnung = de woning
  • sicher = zeker