Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • aufpassen = opletten
  • bald = gauw / binnenkort
  • einfach = gewoon
  • Einkäufe machen = boodschappen doen
  • sich freuen auf = zich verheugen op
  • frisch = vers
  • Gassi gehen = uitlaten
  • genau = precies
  • die Jugendlichen = de jongeren
  • reichen = voldoende zijn
  • trotz = ondanks
  • wunderbar = prachtig, fantastisch