Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • der Teilnehmer = de deelnemer
  • zielstrebig = doelbewust
  • dauern = duren
  • einsam = eenzaam
  • die Daten = de gegevens
  • das Gefühl = het gevoel
  • anstrengend = inspannend
  • schade = jammer
  • kindisch = kinderachtig
  • lehren = leren (aanleren)
  • lernen = leren (zelf leren)
  • aufgeregt = opgewonden
  • locker = relaxed
  • der Vorwurf = het verwijt
  • sich gewöhnen an = wennen aan