Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • ablehnen = afwijzen
  • benutzen = gebruiken
  • empfangen = ontvangen
  • der Entschluss = het besluit
  • entweder … oder = of … of
  • fähig = in staat
  • geradezu = gewoonweg
  • das Geschäft = de zaak, bedrijf
  • die Klarheit = de duidelijkheid
  • der Kunde = de klant
  • leise = zacht
  • löschen = verwijderen
  • malen = schilderen
  • der Schrebergarten = de volkstuin
  • die Sprache = de taal
  • sich trauen = durven
  • widmen = wijden aan
  • zögern = aarzelen