Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Duits Nederlands
  • Von 8 bis 15 Uhr bin ich in der Schule. = Van 8 tot 15 uur ben ik op school.
  • Am Abend ruhe ich mich aus. = 's Avonds rust ik uit.
  • Manchmal treffe ich mich mit Freunden. = Soms ontmoet ik mijn vrienden.
  • Er geht mit dem Hund Gassi. = Hij laat de hond uit.
  • Wir machen alles zusammen. = Wij doen alles samen.
  • Es ist halb vier. = Het is half vier.
  • Um elf Uhr geht sie ins Bett. = Om elf uur gaat zij naar bed.
  • Viertel nach neun sehe ich fern. = Kwart over negen kijk ik tv.
  • Viertel vor fünf habe ich Training. = Kwart voor vijf heb ik training.
  • Zweimal pro Woche spielen wir Fußball. = Twee keer per week voetballen wij.