ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Duits
Stercollectie
Lijsten
Einkaufen - Aussagen A
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Duits
Nederlands
Es gibt keine Milch mehr.
=
Er is geen melk meer.
Ich brauche etwas gegen Fieber.
=
Ik heb iets tegen koorts nodig.
Ich habe Größe 44.
=
Ik heb maat 44.
Das Hemd gefällt mir.
=
Het hemd bevalt mij.
Die Jacke nehme ich.
=
De jas neem ik.
Ich möchte bitte ein Kilo Tomaten.
=
Ik wil graag één kilo tomaten.
Wo hast du das gekauft?
=
Waar heb je dat gekocht?
Was kostet der Mantel?
=
Wat kost de mantel?
Ich suche Jeans, Größe 36.
=
Ik ben op zoek naar een jeans, maat 36.
Das kostet eins fünfzig.
=
Dat kost één euro vijftig.
Ich kaufe immer im Supermarkt ein.
=
Ik koop altijd in een supermarkt.
Ich habe ein T-Shirt gekauft.
=
Ik heb een T-Shirt gekocht.
Kann ich mit Karte zahlen?
=
Kan ik pinnen?
Das ist sehr teuer!
=
Dat is erg duur.
Das Wasser kostet nichts.
=
Het water kost niks.
Geöffnet von 9 bis 17 Uhr.
=
Geopend van 9 tot 17 uur.
Der Preis ist hoch.
=
De prijs is hoog.
Die Sachen sind hier billiger.
=
De spullen zijn hier goedkoper.
Können Sie mir das bitte zeigen?
=
Kunt u het mij alstublieft laten zien?
Die Milch ist leider aus.
=
De melk is helaas op.