ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Duits
Stercollectie
Lijsten
Herzklopfen - Wortschatz C
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Duits
Nederlands
lieben
=
houden van
hassen
=
haten
jemanden blöd finden
=
iemand stom vinden
der Kuss
=
de kus
küssen
=
zoenen
schmusen
=
knuffelen
streicheln
=
aaien
mit jemandem schlafen
=
met iemand naar bed gaan
verheiratet sein
=
getrouwd zijn
heiraten
=
trouwen
ledig
=
alleenstaand
sich trennen
=
uit elkaar gaan
geschieden
=
gescheiden
sich scheiden lassen
=
gaan scheiden
der Streit
=
de ruzie
sich streiten
=
ruzie maken
lügen
=
liegen
Liebeskummer haben
=
liefdesverdriet hebben
Schätzchen
=
schatje
Liebling
=
lieverd
lieben
=
houden van
hassen
=
haten
jemanden blöd finden
=
iemand stom vinden
der Kuss
=
de kus
küssen
=
zoenen
schmusen
=
knuffelen
streicheln
=
aaien
mit jemandem schlafen
=
met iemand naar bed gaan
verheiratet sein
=
getrouwd zijn
heiraten
=
trouwen
ledig
=
alleenstaand
sich trennen
=
uit elkaar gaan
geschieden
=
gescheiden
sich scheiden lassen
=
gaan scheiden
der Streit
=
de ruzie
sich streiten
=
ruzie maken
lügen
=
liegen
Liebeskummer haben
=
liefdesverdriet hebben
Schätzchen
=
schatje
Liebling
=
lieverd
die Beziehung
=
de relatie
der Freund
=
de vriend
die Freundin
=
de vriendin
der Partner
=
de partner
die Partnerin
=
de partner
die Freundschaft
=
de vriendschap
befreundet sein
=
bevriend zijn
der Bekannte
=
de kennis
die Bekannte
=
de kennis
sich kennen lernen
=
elkaar leren kennen
sich treffen
=
elkaar ontmoeten
sich sehen
=
elkaar zien
gemeinsam
=
met elkaar
zusammen
=
samen
jemanden mögen
=
iemand mogen
jemanden gern haben
=
iemand mogen
jemanden nicht leiden können
=
iemand niet kunnen uitstaan
gefallen
=
bevallen
verliebt sein
=
verliefd zijn
sich verlieben
=
verliefd worden
lieben
=
houden van
hassen
=
haten
jemanden blöd finden
=
iemand stom vinden
der Kuss
=
de kus
küssen
=
zoenen
schmusen
=
knuffelen
streicheln
=
aaien
mit jemandem schlafen
=
met iemand naar bed gaan
verheiratet sein
=
getrouwd zijn
heiraten
=
trouwen
ledig
=
alleenstaand
sich trennen
=
uit elkaar gaan
geschieden
=
gescheiden
sich scheiden lassen
=
gaan scheiden
der Streit
=
de ruzie
sich streiten
=
ruzie maken
lügen
=
liegen
Liebeskummer haben
=
liefdesverdriet hebben
Schätzchen
=
schatje
Liebling
=
lieverd