ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Duits
Stercollectie
Lijsten
Typisch Deutsch - Woordenlijst A
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Duits
Nederlands
Deutschland
=
Duitsland
die Niederlande
=
Nederland
der Deutsche
=
de Duitser
die Deutsche
=
de Duitser
der Niederländer
=
de Nederlander
die Niederländerin
=
de Nederlandse
deutsch
=
Duits
niederländisch
=
Nederlands
typisch
=
typisch
das Vorurteil
=
het vooroordeel
der Bierbauch
=
de bierbuik
die Disziplin
=
de discipline
unauffällig
=
onopvallend
ordnungsliebend
=
ordelievend
korrekt
=
correct
streng
=
streng
pünktlich
=
stipt op tijd
umweltbewusst
=
milieubewust
reserviert
=
terughoudend
distanziert
=
afstandelijk
Die Deutschen sind unsere Nachbarn.
=
De Duitsers zijn onze buren.
Pünktlichkeit ist nicht meine Stärke.
=
Stipt op tijd zijn is niet mijn sterke kant.
Tragen alle Männer Lederhosen?
=
Dragen alle mannen leren broeken?
Hier einige Fakten über Deutschland.
=
Hier enkele feiten over Duitsland.
Deutschland hat 82 Millionen Einwohner.
=
Duitsland heeft 82 miljoen inwoners.
Die Flagge ist schwarz-rot-gold.
=
De vlag is zwart-rood-goud.
Auf dem Wappen von Berlin ist ein Bär.
=
Op het wapen van Berlijn staat een beer.
Der 3.10. ist der Nationalfeiertag.
=
De nationale feestdag is 3-10.
Wer ist zur Zeit Bundespräsident?
=
Wie is op dit moment bondspresident?
Wie heißt der Bundeskanzler / die Bundeskanzlerin?
=
Hoe heet de minister-president / e?
Deutschland gehört zu Europa.
=
Duitsland hoort bij Europa.
Deutschland ist ein demokratischer Staat.
=
Duitsland is een democratische staat.
Kennst du die deutsche Hymne?
=
Ken je het Duitse volkslied?
Der Adler ist das Wappentier.
=
De adelaar is het wapendier.
Nach dem Grundgesetz sind alle gleich.
=
Volgens de grondwet is iedereen gelijk.