ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Duits
Stercollectie
Lijsten
Guten Appetit! - Wortschatz A hv
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Duits
Nederlands
das Brot
=
het brood
der Käse
=
de kaas
die Wurst
=
de worst
der Aufschnitt
=
het beleg
das belegte Brot
=
de boterham
das Fleisch
=
het vlees
die Nudeln
=
de pasta
die Kartoffeln
=
de aardappelen
die Pommes (Frites)
=
de patatjes
der Salat
=
de salade, sla
das Würstchen
=
het worstje
das Kotelett
=
de karbonade
das Hähnchen
=
de (gegrilde) kip
die Suppe
=
de soep
der Joghurt
=
de yoghurt
das Ei
=
het ei
das Obst
=
het fruit
das Gemüse
=
de groente
der Kuchen
=
de cake
das Eis
=
het ijs
der Saft
=
het sap
das Mineralwasser
=
het water
die Milch
=
de melk
der Kaffee
=
de koffie
der Wein
=
de wijn
Guten Appetit!
=
Eet smakelijk!
Das Essen ist fertig.
=
Het eten is klaar.
Ich esse gern Pizza.
=
Ik eet graag pizza.
Was möchtest du trinken?
=
Wat wil je drinken?
Ich habe noch keinen Hunger.
=
Ik heb nog geen honger.
Hast du Durst?
=
Heb je dorst?
Nicht so viel, das ist genug.
=
Niet zo veel, dat is genoeg.
Ich bin wirklich satt.
=
Ik zit echt vol.
Spinat mag ich nicht.
=
Spinazie lust ik niet.
Ja, gern!
=
Ja, graag!
Hast du den Kuchen schon probiert?
=
Heb je de cake al geproefd?
Die Torte schmeckt sehr gut.
=
De taart smaakt erg goed.
Die Suppe war lecker.
=
De soep was lekker.
Ich brauche 200 g (Gramm) Zucker.
=
Ik heb 200 g suiker nodig.
Prost! Zum Wohl!
=
Prost!