ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
Boom
Delftse Methode
Deel Nederlands voor Buitenlanders
Hoofdstuk 4.0 - Leren, leren, leren
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
begins
=
begint
course
=
cursus (de)
has finished
=
is afgelopen
it
=
hij
Monday
=
maandag
may
=
mei
Friday
=
vrijdag
june
=
juni
days
=
dagen
per
=
per
week
=
week (de)
each
=
elke
except
=
behalve
Wednesday
=
woensdag
time(s)
=
maal / keer (de)
in the morning
=
's ochtends / 's morgens
in the afternoon
=
's middags
many
=
veel
late
=
laat
at what time
=
hoe laat
begin
=
beginnen
lessons
=
lessen
timetable
=
rooster (het)
there is
=
er is
group
=
groep (de)
am
=
zit
at
=
om
hour (o'clock)
=
uur
time
=
tijd (de)
on time
=
op tijd
everybody
=
iedereen
nobody
=
niemand
comes
=
komt
too
=
te
take/last
=
duren
takes/lasts
=
duurt
from
=
van
to
=
tot / naar
(class)room
=
lokaal (het)
other
=
andere
then
=
dan
ready
=
klaar
do homework
=
doen huiswerk
homework
=
huiswerk (het)
our
=
ons
for
=
voor
next
=
volgende
go
=
gaan
home
=
naar huis
sometimes
=
soms
not yet
=
nog niet
in the evening
=
's avonds
another
=
nog een
text
=
tekst (de)
how much/many
=
hoeveel
weekend
=
weekend (het)
free
=
vrij
Saturday
=
zaterdag
Sunday
=
zondag
closed
=
dicht
people
=
mensen
almost
=
bijna