ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
Boom
Delftse Methode
Deel Nederlands voor Buitenlanders
Hoofdstuk 6.0 - Boodschappen doen
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
hey
=
hé
where to?
=
waar ... heen
go
=
ga
supermarket
=
supermarkt (de)
shopping
=
boodschappen
need
=
heb nodig
list
=
lijstje (het)
made ??
=
heb gemaakt
on that
=
daar ... op
is written / is
=
staat
everything
=
alles
milk
=
melk (de)
sugar
=
suiker (de)
fruit
=
fruit (het)
may
=
mag
just
=
even
something
=
wat
ask
=
vragen
see
=
zie
nowhere
=
nergens
find
=
vind
(over) there
=
daar
left
=
links
right
=
rechts
let's see
=
even kijken
believe
=
geloof
coffee
=
koffie (de)
(any) more
=
meer
somewhere
=
ergens
ah
=
ah
look!
=
kijk
get
=
halen / haal
pay
=
betalen
all right
=
oké
it's a deal
=
dat doe ik!
packs
=
pakken
(anything) else
=
nog
anything
=
iets
vegetables
=
groente (de)
buy
=
koop
tomorrow
=
morgen
market
=
markt (de)
difference
=
verschil (het)
between
=
tussen
cheap
=
goedkoop
cheaper
=
goedkoper
than
=
dan
please
=
alstublieft
want
=
wilt
pay by bank card
=
pinnen
just a moment
=
moment (het)
go ahead
=
gaat uw gang
receipt
=
bon (de)
necessary
=
nodig
see you
=
tot ziens
nice
=
prettig
same to you
=
hetzelfde